Het onderwijs

We leven in een dynamische tijd. Jongeren verlangen van ons eigentijds onderwijs. Onderwijs dat prikkelt en uitdaagt en echt iets van je verwacht, dat aansluit op hun eigen manieren van leren en dat krachtig ondersteund wordt door de informatie- en communicatietechnologie die ze buiten het onderwijs dagelijks zelf gebruiken. Onderwijs dat is toegespitst op hun kennisbehoefte en capaciteiten en dat tegelijkertijd betekenisvol is. Het onderwijs op onze school speelt op die ontwikkelingen in om haar maatschappelijke taken te kunnen blijven vervullen: de zorg voor de overdracht van kennis en sociale vaardigheden, van normen en waarden en van culturele vorming. Naast gemeenschappelijkheid in het aanbod is er binnen het onderwijs op onze school voldoende ruimte voor diversiteit en individuele talentontwikkeling.

De belangrijkste kenmerken van onderwijs zijn:

Je leert actief en in toenemende mate zelfstandig

Recente inzichten in hoe leerlingen leren, maken duidelijk dat actief en zelfstandig leren een hoger rendement oplevert dan een passieve en consumptieve houding. Daarnaast komt het actief leren tegemoet aan de behoefte aan zelfstandigheid van leerlingen in deze ontwikkelingsfase. Om actief en zelfstandig leren mogelijk te maken, is 'leren leren' een wezenlijk onderdeel van ons onderwijs.

Je leert samen met anderen

Veel leerlingen leren graag samen met anderen. Wij stimuleren dat. Hierbij speelt de rendementsgedachte een rol. Het samen leren en werken biedt ook mogelijkheden tot het ontwikkelen en uitbreiden van sociale en communicatieve vaardigheden. Het kan leiden tot reële oefensituaties in het leren erkennen van en leren omgaan met verschillen tussen mensen.

Je ontdekt zelf

Om te kunnen omgaan met de in toenemende mate snel veranderende maatschappij en wat daarin wel en niet bij jou past, is het van belang te ontdekken wie je zelf bent. Welke manieren van leren passen bij jou? Op welke manier kun jij het beste samenwerken? Hoe ga jij om met een samenleving vol met uiteenlopende ideeën?

Je leert in samenhang

Het is voor leerlingen soms moeilijk de samenhang te zien tussen de verschillende vakken in het voortgezet onderwijs. 'Leren in samenhang' betekent onder andere dat docenten die relaties tussen de inhoud uit de verschillende vakken en leergebieden aanbrengen, werken vanuit het geheel naar het deel.

Je oriënteert

Het oriënterende karakter van de onder- en bovenbouw betekent onder andere dat leerlingen zicht krijgen op de mogelijkheden voor hun verdere (school)loopbaan, op de kenmerken van verschillende soorten arbeid en op de samenleving waarin ze leven. Daartoe hoort ook de oriëntatie op waarden, normen en opvattingen in onze maatschappij. Onderwijs met een oriënterend karakter impliceert dat leerlingen leren keuzes te maken tussen de mogelijkheden die zij door hun oriëntatie ontdekken. Zij toetsen deze mogelijkheden aan de eigen interesses en ambities.

Je werkt in een uitdagende, veilige en gezonde leeromgeving

Uiteraard behoren nieuwe, moderne leermiddelen (waaronder ICT) en een veilig en schoon gebouw deel uit te maken van de leeromgeving van een leerling. Maar er is meer. Leerlingen verkennen ook mogelijkheden en grenzen van zichzelf en anderen. Ze zoeken daarin ook uitdagingen en risico's. De leeromgeving op onze school komt daaraan tegemoet en zorgt tegelijkertijd voor veiligheid: een klimaat dat prikkelt tot leren; contexten die realistisch en herkenbaar zijn; een sfeer waarin fouten gemaakt mogen worden; conflicten die opgelost worden door met elkaar te praten en naar elkaar te luisteren en waarin gezond en verantwoordelijk gezag wordt gestimuleerd.

Je leert in een doorlopende leerlijn

Onderwijs wordt gekenmerkt door de zorg voor een doorlopende leerlijn over de breuken binnen het onderwijsstelsel heen: van primair naar voortgezet onderwijs en van onderbouw naar bovenbouw. Dat hoeft niet altijd te betekenen dat de verschillen zo klein mogelijk worden gemaakt. Duidelijke overgangen bieden de leerling ook sterke mogelijkheden tot groeiende bewustwording van overgang en verandering. Ons onderwijs en onze begeleiding zijn er op gericht de leerling zo goed mogelijk over de breuk-lijnen heen te helpen en de groei-ervaring voor elke leerling tot een positieve te maken. Zo is het inbouwen van school-examens met de mogelijkheid van herkansing een belangrijk onderdeel voor de leerling die op weg is naar het eindexamen.

Millennium Skills (MiSk)

De wereld verandert snel en daar wil de CSB haar leerlingen op voorbereiden. Naast een opleiding op mavo-, havo- of vwo-niveau, bieden we 80-20 onderwijs in de onderbouw. Op hun eigen niveau volgen de leerlingen in de brugklas en tweede klas vier dagen per week het gewone lesprogramma. Daarnaast krijgen deze leerlingen één lesdag in de week ontwikkelingsgericht project onderwijs. Dit noemen we Millennium Skills (MiSk). In het MiSk-programma oefen je met vaardigheden die je nodig hebt voor de 21e eeuw. De derde klassen krijgen een halve dag per week onderwijs in het MiSk programma. We helpen de leerlingen met het benutten van de mogelijkheden die bij hen passen. Met MiSk komt de ontwikkeling van de leerlingen en zelfontdekking expliciet naar voren. Dat gebeurt vaak in relatie tot de maatschappij. Vandaar dat we ook regelmatig een deel van de dag bezoek hebben van instanties of er zelf op bezoek gaan. Om de projectmatige ontwikkeling ook van een doorlopende leerlijn te voorzien, is het programma ingedeeld in drie sporen.

Het Millennium Skills programma is opgebouwd uit de volgende stromen:

Technologisch Design (TD)

De technologische ontwikkelingen gaan met sprongen vooruit. Om leerlingen voor te bereiden op een veranderende en complexe maatschappij wordt bij TD aandacht besteed aan de Millennium Skills samenwerken, kritisch denken en problemen oplossen. Binnen het onderdeel filosofie staat vooral de vaardigheid kritisch denken centraal. De leerlingen leren na te denken over moderne technologische ethische dilemma’s. Onderwerpen die hierbij aan bod komen zijn bijvoorbeeld: hoe veilig zijn zelfrijdende auto’s, ontwikkelen robots zich tot zelflerende robots, worden drones zelfstandige killer robots, wordt de mens maakbaar door op genetisch niveau de mens te verbeteren. Prikkelende onderwerpen waarbij leerlingen in contact komen met wetenschapsfilosofie, sciencefiction en futurologie. Ook is er aandacht voor computational thinking. Computational thinking is als vaardigheid onderdeel van digitale geletterdheid en van primair belang bij het werken met de Micro:bit. Omdat computational thinking zich richt zich op vaardigheden die essentieel zijn om problemen op te lossen waarbij veel informatie, variabelen en rekenkracht nodig zijn, leren de leerlingen met de Micro:bit stap voor stap te programmeren door een eigen ontworpen spel te digitaliseren. Door trial en error leren ze niet alleen computerpatronen en computerfuncties, maar ook problemen op te lossen waar ze zelf bij hun spelontwerp tegenaan lopen.

Grafisch Design (GD) Een grafisch ontwerper houdt zich onder andere bezig met het vormgeven van logo’s, brochures en posters, maar ook met nieuwe media zoals websites, apps en video. Hiervoor zijn de vaardigheden creatief denken en communiceren heel erg belangrijk. Daarnaast moet je ook kritisch kunnen denken en met verschillende mensen kunnen samenwerken. Bij GD besteden wij aandacht aan deze vaardigheden. De leerlingen leren om op een creatieve manier een waardevolle boodschap over te brengen. Ze vertellen een verhaal niet alleen met woorden, maar ook door gebruik te maken van verschillende media zoals fotografie, websites en video. In het eerste jaar worden de leerlingen uitgedaagd om zichzelf door middel van woord en beeld te presenteren. Daarbij leren zij om te gaan met programma’s als Photoshop en Illustrator en ook maken zij een eigen website. In het tweede jaar gaan de leerlingen aan de slag met het maken van een eigen documentaire. Er wordt geleerd om een verhaal te vertellen door gebruik te maken van film. Gedurende het programma wordt aandacht besteed aan het gebruik van een camera en het editen van video. Maar bovenal dagen we de leerlingen uit om kritisch te kijken naar de wereld om hen heen. In het derde jaar verbeelden de leerlingen hun kennismaking met de culturele sector. Junior Business School/Junior Bildung School (JBS) Bij Junior Business School maken de leerlingen kennis met de (Business) wereld. We bereiden hen voor, zodat zij kunnen inspelen op bekende en onbekende ontwikkelingen in onze wereld. De leerlingen leren maatschappelijke vraagstukken te herkennen en gefundeerde keuzes te maken. We dagen hen uit hun passie te vinden en de benodigde Millennium Skills te ontwikkelen. Het JBS-project wordt uitgesmeerd over de eerste drie leerjaren. Het eerste leerjaar is gericht op samenwerking en kennismaking met verschillende facetten van ‘Ondernemerschap’, te weten: de economische sectoren, consumentengedrag, mediawijsheid, reclame en ICT-basisvaardigheden. In het tweede leerjaar wordt een verdiepingsslag gemaakt: dit jaar staat in het teken van ‘bildung’. Dit betekent dat er projecten worden gedaan waarmee leerlingen zichzelf en de ander beter leren kennen. In het derde leerjaar ontpoppen de leerlingen zich tot echte ondernemers door daadwerkelijk een eigen pop-up onderneming op te zetten.

Extracurriculaire activiteiten

De CSB richt zich op betekenisvol leren. Binnen de lessen heeft de docent de intentie om de leerlingen op een actieve manier te laten leren. Het is de bedoeling dat leerlingen uitgedaagd worden om zelf in actie te komen en initiatieven te ontplooien om iets te ondernemen of te onderzoeken. Daarom zijn er ook activiteiten buiten het reguliere lesprogramma.

Het decanaat

Het decanaat Leerlingen oriënteren zich tijdens hun schoolloopbaan op hun toekomst. De decaan helpt hen daarbij. Op de CSB hebben we er twee: - Maurice Vink (havo/vwo) - Mike Roos (mavo) Het LOB-programma (Loopbaanoriëntatie en - begeleiding) begint in de tweede of derde klas en duurt tot en met het examenjaar. De leerlingen doorlopen een (online) keuzeproces en bouwen zo een loopbaandossier op. Zij krijgen daarbij begeleiding van hun mentor en de decaan. Voor een deel vindt de oriëntatie ook plaats buiten de school, denk aan stages of het bezoeken van een mbo- of hbo-instelling, of een universiteit. Overstap en doorstroommogelijkheden Leerlingen die geslaagd zijn voor de mavo kunnen doorstromen naar het mbo of naar havo 4. Ook kunnen leerlingen doorstromen van de havo naar het vwo. De exacte voorwaarden voor een overstap staan vermeld bij de overgangsnormen.

mavo (middelbaar algemeen voortgezet onderwijs) In mavo 2 starten de leerlingen tijdens de mentorlessen met het LOB-programma. Ze leren te werken met de keuzesite www.qompas.nl. Door middel van het maken van opdrachten en testen krijgen de leerlingen meer inzicht in hun kwaliteiten en interesses en kunnen ze goed bepalen welke vakken ze graag in mavo 3 willen volgen. Begin maart voeren de leerlingen in Zermelo hun voorlopige vakken- en profielkeuze in en eind maart hun definitieve vakkenkeuze. De mentor en decaan begeleiden dit proces. In mavo 3 volgen de leerlingen vakken van het gemeenschappelijke deel, vakken die horen bij het gekozen profiel en vakken die horen bij het vrije deel. Na het derde jaar wordt een profielgericht vakkenpakket gekozen van 6 of 7 vakken. Dit vakkenpakket vormt een eenheid van vakken die de leerling gericht voorbereidt op het mbo en/of op de havo. De vier profielen waaruit de leerling kan kiezen zijn: • Economie • Zorg en Welzijn • Techniek • Natuur

Om inzicht te krijgen in de beroepenwereld gaan de leerlingen in het derde jaar ook op stage en vindt er op school een sollicitatietraining plaats. Voor de leerlingen in mavo 4 begint het einde van de opleiding al in zicht te komen. Zij bezoeken dan ook open dagen en nemen een beslissing over hun vervolgopleiding. Vervolgens melden ze zich aan bij een mbo-opleiding, of stromen door naar havo 4, mits hun pakket aansluit op een havo-profiel. De CSB bereidt deze groep voor op de overstap met behulp van een loopformulier en biedt deze groep gedurende het examenjaar extra modules voor wiskunde en Nederlands aan.

havo (hoger algemeen voortgezet onderwijs) In havo 2 geeft de decaan informatie over keuzes maken en werken de leerlingen tijdens de mentorlessen aan opdrachten die hierop aansluiten. In havo 3 maken de leerlingen kennis met de keuzesite www.qompas.nl. Door middel van het maken van opdrachten en testen krijgen de leerlingen meer inzicht in hun kwaliteiten en interesses en kunnen ze goed bepalen welke vakken ze graag in havo 4 willen volgen. Begin maart voeren de leerlingen in Zermelo hun voorlopige vakken- en profielkeuze in en eind maart hun definitieve vakkenkeuze. De mentor en decaan begeleiden dit proces. De vier profielen waaruit de leerling kan kiezen zijn: • Cultuur & Maatschappij • Economie & Maatschappij • Natuur & Gezondheid • Natuur & Techniek In havo 4 en havo 5 volgen de leerlingen vakken uit het gemeenschappelijke deel, uit het profieldeel en vakken uit de vrije ruimte. Is het diploma behaald, dan is de weg open naar het hbo, of de leerling kan, onder voorwaarden, doorstromen naar vwo 5.

Studiekeuze havo Nadat de leerlingen een profiel hebben gekozen, is het tijd om gericht naar een studie uit te kijken. Ook voor hun studiekeuze werken de leerlingen met het (online)programma qompas. In dit programma bouwen de leerlingen een loopbaandossier op en kunnen zij de testen en informatie bekijken. Op deze website staat veel informatie: o.a. de Keuzegids hoger onderwijs (over kwaliteiten van hogescholen en universiteiten), Keuzekenners (studie- en beroepskenners: wat doe je eigenlijk in dat beroep?), over tussenjaren, studeren in het buitenland en doorstroomeisen.

vwo (voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) In vwo 2 geeft de decaan informatie over keuzes maken en werken de leerlingen tijdens de mentorlessen aan opdrachten die hierop aansluiten. In vwo 3 maken de leerlingen kennis met de keuzesite www.qompas.nl. Door middel van het maken van opdrachten en testen krijgen de leerlingen meer inzicht in hun kwaliteiten en interesses en kunnen ze goed bepalen welke vakken ze graag in vwo 4 willen volgen. Begin maart voeren de leerlingen in Zermelo hun voorlopige vakken- en profielkeuze in en eind maart hun definitieve vakkenkeuze. De mentor en decaan begeleiden dit proces. Om een juist profiel te kiezen, brengen de vwo-leerlingen een bezoek aan de TU-Delft voor een workshop pre-profielkeuze. De vier profielen waaruit de leerlingen kunnen kiezen, zijn: • Cultuur & Maatschappij • Economie & Maatschappij • Natuur & Gezondheid • Natuur & Techniek Vanaf het vierde jaar volgen de leerlingen vakken uit het gemeenschappelijke deel, het profieldeel en vakken uit de vrije ruimte. Is het diploma behaald, dan is de weg open naar het hbo of het wo.

Studiekeuze vwo Nadat de leerlingen een profiel hebben gekozen, is het tijd om gericht naar een studie uit te kijken. Ook voor studiekeuze werken de leerlingen met een (online)programma. Er zijn gesprekken met de mentor en eventueel de decaan en daarnaast vinden er oriënterende activiteiten plaats. We zoeken aansluiting bij verschillende universiteiten. Zo werken wij onder andere samen met de VU, waar onze vwo-leerlingen kunnen deelnemen aan het programma Pre-University College (PUC) en de TU-Delft waar deelgenomen wordt aan diverse workshops. Ook doen de leerlingen een sollicitatietraining in het Engels. Verder stimuleren we de leerlingen uiteraard om open dagen van opleidingen te bezoeken en te gaan proefstuderen.

Aanmelding en toelating

De CSB is aangesloten bij de kernprocedure van de stad Amsterdam en doet ook mee met de kernprocedure Amstelland. De beide kernprocedures voor de brugklassers voor het schooljaar 2023/2024 hanteren dezelfde formule: Op basis van het leerlingvolgsysteem geven de basisscholen een plaatsingsbesluit. De leerlingen worden op het voortgezet onderwijs geplaatst via het systeem ‘Loting & Matching’. De leerlingen geven via de basisschool een voorkeurslijst op. Via loting en matching worden de kinderen geplaatst op de school van hun eerste of volgende keuze. Wanneer de uitslag van de Cito-toets bekend is, wordt nagegaan of deze afwijkt van het advies. Wanneer de toets een hoger niveau aangeeft, gaat de basisschool na of het advies heroverwogen moet worden. Wanneer de toetsuitslag een lager niveau aangeeft, wordt het advies niet aangepast. In voorkomende gevallen wordt in overleg met de ouder(s)/verzorger(s) en de basisschool de zorgcoördinator betrokken bij de aanmeldingsprocedure. Voor een persoonlijke kennismaking en om een indruk te krijgen van de sfeer in onze school zijn de kinderen en hun ouder(s)/verzorger(s) welkom op ons Open Huis. Na het Open Huis kan men zich aanmelden op speciale inschrijvingsmomenten. Begin april 2023 ontvangen de kinderen en hun ouder(s)/verzorger(s) bericht over de definitieve beslissing tot plaatsing. De geplaatste leerlingen krijgen een uitnodiging voor de kennismakingsmiddag in juni 2023.

Enkele belangrijke data Open huis 2023 donderdag 26 januari 2023 19.00-21.30 uur zaterdag 28 januari 2023 09.30-12.30 uur Lesmiddagen voor leerlingen uit groep 8 woensdag 8 februari vanaf 13.00 uur woensdag 15 februari vanaf 13.00 uur Inschrijvingsperiode voor leerlingen die meedoen aan de Kernprocedure Amsterdam maandag 6 t/m donderdag 16 maart 2023

Inschrijvingsperiode voor leerlingen die meedoen aan de Kernprocedure Amstelland maandag 6 t/m vrijdag 10 maart 2023

Kennismakingsmiddag nieuwe brugklassers juni 2023

De exacte datum was nog niet bekend op het moment dat deze schoolgids werd gepubliceerd.